Stil maar Stil maar, mijn jongen, stil.Vergeet het duister, de diepte waar jouw vriend zijn einde vond. Of, stil maar niet. En schreeuw. Ik hou mijn mond, ik zou je al bezeren als ik fluister. Grijp mij maar vast, ik ben er. Vlees en bloed en adem, borsten, moederschoot en schouder. Mijn zoon, mijn zoon, een mensenleven ouder. Ik zou je moeten zeggen: het is goed. Als je mij loslaat gaan we zonder woorden op arendsvleugels naar het noorden vliegen, tweemaal verzopen dromen achterna. Dan zal ik, in verzonnen toevluchtsoorden, steenhard en heel mijn leven blijven liegen en zeggen dat het goed is. Pietà. Rikkert Zuiderveld |