De afgelopen week verschenen twee publicaties van Stop Wapenhandel; over de rol van wapens in klimaatbeleid en over de rol van wapens in ontwikkelingsbeleid. Fossiele oorlog; over klimaatverandering, militarisme en wapenhandel Lees de essay op www.stopwapenhandel.org Klimaatverandering zal leiden tot meer conflicten en meer migratie. Maar als klimaatverandering als veiligheidsprobleem wordt benaderd, wordt alleen gekeken naar gevolgen en niet naar oorzaken. Ook het Nederlands defensiebeleid heeft als belangrijke taak de handhaving van controle over fossiele brandstoffen. De wapenindustrie levert daarvoor producten en diensten. De krijgsmacht wil duurzamer worden, mede vanwege het strategisch risico van energie-afhankelijkheid. Als iets of iemand de aanvoer van fossiele brandstof dreigt te verstoren wordt dat de kop ingedrukt door militairen en para-militairen, soms met door Nederland geleverde wapens. Vooral inheemse bevolking en nomaden zijn kwetsbaar. Migranten, gedeeltelijk klimaatmigranten, worden aan steeds meer gemilitariseerde grenzen tegengehouden. Zo verdedigen wapens de orde van de rijken tegen belangen en rechten van de armen. Wie de winnaars en wie de verliezers zijn in de strijd om de schaarser wordende middelen wordt mede door militair geweld bepaald. Wapens ondermijnen het ontwikkelingsbeleid lees het rapport op www.stopwapenhandel.org De vermenging van ontwikkelingsdoelen met veiligheid en het exporteren van wapens naar ontwikkelingslanden staan ontwikkeling in de weg. Het versterken van veiligheidsinfrastructuur in derde landen is een apart doel geworden, ten koste van meer 'traditionele' ontwikkelingsdoelen, zonder dat duidelijk is hoe het bijdraagt aan ontwikkeling en met weinig oog voor negatieve gevolgen en risico's. Een deel van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbudget wordt uitgegeven voor de opbouw van krijgsmachten en security-instellingen in ontwikkelingslanden, zoals de G5 Sahel-troepenmacht van Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad. De betreffende landen zijn alle terug te vinden in de onderste regionen van de Human Development Index. Dit beleid gaat uit van de premisse dat veiligheid aan ontwikkeling vooraf gaat. Dat is een gevaarlijke redenering. Vaak blijkt juist dat militarisering van landen ontwikkeling ondermijnt. Als het om autoritaire regimes gaat, waarvan de repressieve capaciteiten door dergelijk beleid versterkt worden, geldt dit des te meer. |