Mét de natuur innoveren in plaats van ertegen
De laatste tijd merk ik dat ik nogal moe word van het woord klimaat. Het maakt machteloos, cynisch, ik associeer het met dogmatische discussies met een opgeheven vingertje of juist domme ontkenning - ook in deze verkiezingscampagne weer. Laatst hoorde ik een interessante opmerking daarover: moeten we het niet veel meer over natúúr hebben in plaats van klimaat? Van natuur krijg je energie, zin om naar buiten te gaan, ik associeer het met groen, gezond. En uiteindelijk draait een duurzame toekomst met name om een evenwichtiger relatie met de natuur. Wij zijn namelijk zelf natuur, ook al denken we soms dat we er boven of buiten staan. Vond ik best een frisse invalshoek. |
Biomimicry. Er zijn recent sowieso veel innovatieve ontwikkelingen die dwingen tot een andere blik op de natuur. Technologie en innovatie werden de laatste decennia vooral gebruikt om de natuur te bedwingen. Maar de laatste tijd gebeuren spannende dingen rondom technologie die mét de natuur werkt in plaats van ertegen. Collega Laura Wismans maakte mooie artikelen over biomimicry: technologie die is afgekeken bij dieren en planten, zoals een onderwaterrobot geïnspireerd op een diepzeevis, en medische instrumenten gebaseerd op de anatomie van inktvissen en sluipwespen. |
|
|
|
|
| En natuur kan niet alleen als inspiratiebron dienen voor technologie; technologie en design worden ook steeds meer ontworpen om de natuur béter te maken. Regeneratief design, heet dat dan, of biofiel ontwerp. Kijk bijvoorbeeld naar deze plannen in Costa Rica voor een wijk die (afgezien van de grote weg) bijna naadloos opgaat in de jungle en zo minder milieuschade toebrengt én beter is voor de biodiversiteit dan traditionele bouw. Natuurinclusieve wijken en groene metropolen zijn ook in Nederland in opkomst. |
|
|
|
„If green building focuses as much on biophilia as it has on saving energy and water in the past, it could help us rediscover the ecological interaction and relationship we need to thrive. At a minimum, biophilia brings about a new dimension for sustainable design that necessitates the integration of nature to trigger human health and wellbeing. At best, biophilia can radically alter the entirety of the built environment.” |
|
|
|
| Er zijn de laatste tijd opvallend veel start-ups die zich hierop richten. Ze gebruiken organische materialen, of doen aan biomimicry met bijvoorbeeld vlindervleugels. De vleugel van een vlinder bestaat deels uit heel bijzondere microscopische structuren, die fungeren als een soort prisma waardoor het licht weerkaatst - dit is de reden dat vlindervleugels er zo mooi uitzien. Maar dezelfde structuren zorgen voor kracht, ze zijn extreem licht qua gewicht en zijn waterafstotend. Door deze structuren na te bootsen, maken technici nanomaterialen die bijvoorbeeld kunnen worden toegepast in zonnepanelen. |
|
|
|
| Een ander materiaal dat ineens veel biodesigners inspireert, is mycelium. Dat is het wortelnetwerk van schimmels waaruit paddestoelen groeien. Dat materiaal heeft ook bijzondere eigenschappen zoals hittebestendigheid, waterdichtheid, het is antibacterieel en tegelijk heel licht en heel sterk. En het is zelfhelend: het groeit vanzelf terug als het stuk is. Grote modehuizen zoals Hermès gebruiken het voor ‘vegan leer’. Wij maakten eerder al deze podcast met MIT-designer Bob Hendrikx, die met mycelium werkt aan levende materialen. | |
|
|
|
Want dat is voor veel pioniers in dit veld het uiteindelijke doel: levende materialen. Spullen die onderdeel zijn van de levende natuur, gebouwen en wegen die zichzelf op een organische manier kunnen repareren. Het Amerikaanse instituut Darpa (waar internet ooit ontstond) lanceerde onlangs een programma rondom levende materialen. Met biologische materialen die zichzelf kunnen voortplanten, zelforganiserend zijn, zelfhelend, kan in de nabije toekomst nog veel meer, denkt Darpa. De natuur heeft in miljarden jaren evolutie bijvoorbeeld zeer geavanceerde sensoren ontwikkeld, die nu steeds meer worden herontdekt. Er zijn ook biomaterialen die licht geven, en misschien wel verwerkt kunnen worden in levende, lichtgevende kleding. Kortom: de blik gaat de laatste tijd meer richting natuurlijke intelligentie in plaats van kunstmatige. |
|
|
|
„We foresee a future where diverse materials could be grown at home or in local production facilities, using biology rather than resource-intensive centralized manufacturing.” |
|
|
|
🚀 Uit het Future Affairs-netwerk | Allereerst twee interessante initiatieven uit het Future Affairs-netwerk om je te helpen een keuze te maken tijdens de verkiezingen komende week. (Ikzelf heb niet eerder zo gezweefd als nu merk ik.) Technologie-onderzoeker Rudy van Belkom maakte een kieswijzer over technologievraagstukken zoals fake news, de macht van Big Tech en kunstmatige intelligentie. Als je net als Paul van Erp en Hugo Bijmans vindt dat er wel wat meer bèta’s in de Tweede Kamer mogen komen, check dan hun website: Vind de bèta op de lijst. Oprichter Hugo van Donselaar van duurzaam boekingsplatform Campspace haalde in totaal 1 miljoen euro op bij investeerders. Simone Halink en Kees Kraaijeveld van De Argumentenfabriek brachten hun nieuwe boek uit: Mentale vooruitgang, hoe vergroten we de kracht van Nederland. Technologie-onderzoeker Siri Beerends en haar collega’s bij SETUP en Open State Foundation reiken 23 maart de SOS Tech Awards uit: vier awards voor transparantie en verantwoordelijkheid in de digitale samenleving. NRC-collega Luuk Willekens en zijn team werken aan automatisch voorgelezen artikelen, voor zowel slechtzienden als voor mensen die artikelen bijvoorbeeld in de auto willen luisteren. Je kunt hier meedoen aan hun onderzoek naar wat een passende voorleesstem is. Aanvulling: vorige week vermeldde ik alleen Patrick van der Duin bij een rapport over kwantumtechnologie. De hoofdauteur is Roland Ortt van de TU Delft. Tips? Graag per mail of via m’n LinkedIn. |
|
|
|
|
|