Vroeger kenden we de ongelijke verdeling van kansen, gezondheid, onderwijs en rijkdom tussen het “rijke Noorden” en het meestal armere “Zuiden.”
Na het begin van de globalisering en de “Washington Consensus”, die volgde op de implosie van de Sovjet-Unie, gingen we ervan uit dat landen zich zouden richten op één grote wereldmarkt. Dat bracht welvaartsgroei voor velen.The Economist berekende dat het aantal mensen dat in extreme armoede leefde tussen 1980 en 2020 daalde van meer dan 40 naar 8 procent. Tot eerder dit jaar Jake Sullivan, de veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president, zei dat die tijd voorbij is. De VS en hun vrienden gaan nu vooral kijken naar wat goed is voor hun eigen middenklasse. ‘America First’ wordt zo ‘Americans First’. De globalisering zoals we die kenden, wordt niet meer zo actief gestimuleerd.Ook China is uit het rijtje van opkomende landen gestapt en is een economische grootmacht op zich geworden. Daardoor is het “Zuiden” niet langer een homogene groep, maar wordt het nu vooral gezien als een politiek concept. Het staat voor degenen die zich niet meer willen laten leiden door de economische globalisering van het “Westen”. Meer hier |