HET GELDKANON: De minister van Financiën, Rishi Sunak, gaf woensdag een toelichting op het huishoudboekje van de Britse staat. Sunak is de rijzende ster binnen de Conservatieve Partij en heeft die status te danken aan het gestuntel van Boris Johnson, maar óók aan het feit dat hij sinds de coronacrisis het geldkanon heeft aangezet. Er zijn honderden miljarden geleend om werknemers te laten doorbetalen en (kleine) ondernemers te ondersteunen. In augustus mochten Engelsen met overheidskorting naar het restaurant, wat de staatskas omgerekend zo’n miljard euro heeft gekost. Terwijl Johnson continu bezig is met brandjes blussen, is Sunak de man die het land draaiende houdt, zeg maar. Maar die populariteit is natuurlijk niet gratis. De Britse economie krimpt dit jaar met een daverende 11,3 procent, ondanks alle maatregelen. Ter vergelijking: in Nederland wordt 4,2 procent krimp verwacht door het CPB. En om de boel aan de gang te houden, wordt in 2021 ruim 400 miljard euro geleend, het hoogste bedrag ooit in vredestijd. Tegelijk zal de werkloosheid toch flink stijgen en duurt het op zijn minst tot eind 2022 tot de Britse economie weer hersteld is naar pre-coronawaarden. En mocht er geen handelsakkoord komen met de EU, dan zal de weg naar economische groei nog zwaarder worden. De vraag is daarom hoe bestendig Sunaks populariteit is. Want zelfs zijn geldkanon is geen garantie voor stevig herstel, en het geld moet ook een keer worden terugbetaald. Dat de Conservatieve regering nu al de belofte over ontwikkelingshulp verbreekt (dat krijgt 4 miljard pond minder) en de ambtenarensalarissen komend jaar bevriest, zien sommige commentatoren als een kentering. Het is simpelweg te duur om iedereen tevreden te houden. En bij al te gure tegenwind komt het bezuinigingsspook, dat het land de voorgaande tien jaren zo heeft getraumatiseerd, weer om de hoek kijken. Het spook waarvan Johnson én Sunak hadden beloofd het voorgoed te verjagen. |