5. "De wereld wil wat Israël verkoopt." In Israël heerst nu plots een gevoel van "levendig optimisme". De verdeeldheid zaaiende ex-premier Benjamin Netanyahu is vervangen door een brede coalitieregering waarin ook een Arabisch-Israëlische partij zit. Het land is wereldleider op het gebied van Covid-vaccinaties en het profiteert van een indrukwekkende technologiehausse - 10% van 's werelds "eenhoorn" start-ups (die met een waarde van 1 miljard dollar of meer) zijn Israëlisch. Het inkomen per hoofd van de bevolking is hoger dan dat van het Verenigd Koninkrijk. Dankzij zijn technologiesector en de Abrahamakkoorden, die de betrekkingen met de VAE, Bahrein en andere Arabische landen hebben "genormaliseerd", heeft Israël zijn pariastatus afgeschud. "De wereld wil wat Israël verkoopt." Verschuivingen in de geopolitiek hebben ook in het voordeel van Israël gewerkt. Het oplossen van het Israëlisch-Palestijnse conflict was vroeger "de heilige graal van de internationale politiek". Niet langer. Washingtons aandacht wordt volledig geabsorbeerd door China, terwijl de ooit agressieve Arabische buurlanden zich nu meer zorgen maken over Iran. De gevolgen voor de Palestijnen zijn "somber". Volgens Human Rights Watch leven zij onder een Israëlische versie van apartheid. Maar er is reden voor optimisme. Toen het vredesproces twee decennia geleden instortte, was dat te midden van de terreuraanslagen van de tweede intifada. Vandaag voelt het anders aan. Het is misschien wishful thinking, maar een veiliger en optimistischer Israël "kan ook een vrijgeviger land zijn". Meer bij de Financial Times (€) |