7. Mirakel du Jour Klopte Diego Maradona vorige week aan de hemelpoort, dan bevond de Franse F1-piloot Romain Grosjean zich zondag 28 seconden lang in de hel. Dat was exact de tijd die verliep tussen de explosie van zijn wagen en het moment waarop hij - miraculeus genoeg vrijwel ongeschonden - uit een vlammenzee ontsnapte kort na de start van de Grote Prijs van Bahrein. Een mirakel? Toch niet…, want sinds 1994 zijn de veiligheidsvoorschriften in de F1 zodanig verstrengd dat dodelijke ongelukken absolute uitzonderingen zijn geworden. Dat in een sport die tussen 1970 en 1994 niet minder dan 16 F1-piloten fataal werd. Sinds 1994 viel nog 1 dodelijk slachtoffer. (Jules Bianchi overleed in 2014 aan de gevolgen van een ongeluk tijdens de GP van Japan.) Sinds 1994 buigt een team van de FIA zich over elk ongeluk en de manier waarop het in toekomst vermeden moet worden. De brandvrije pilootpakken en de halo (een titanium onderdeel dat over de cockpit van een raceauto wordt geplaatst) die het hoofd van de piloot beschermen, redden gisteren zo het leven van de onfortuinlijke Fransman. Een mirakel? Toch wel…, want Grosjean ramde zich tegen een snelheid van 220 km/uur tegen de vangrails en incasseerde daarbij kortstondig een schok die gelijk is aan 53 keer zijn eigen gewicht. Ter vergelijking: wanneer een raket de ruimte in wordt gestuurd, incasseren astronauten een schok die gelijk is aan 4 keer hun eigen gewicht. |