Netwerkplatforms zorgverleners |
|
Corona en netwerkplatforms: de Covid-19-crisis heeft ertoe geleid dat zorgverleners ‘over de muren heen’ laagdrempelig informatie uitwisselen via een app. |
|
|
In verschillende GGD-regio’s zijn in antwoord op de coronacrisis netwerkplatforms gestart. Hier kunnen huisartsen, GGD-artsen, longartsen, revalidatieartsen, microbiologen, specialisten ouderengeneeskunde, geriaters en internist-infectiologen ‘over de muren heen’ laagdrempelig informatie uitwisselen via een app. Een van die regio’s is Utrecht. Over toekomstige benutting na de Covid-19-crisis wordt al volop nagedacht.
Prisma-app Soms is een crisis nodig om iets voor elkaar te krijgen. Huisarts Albert van der Veer (huisartsenpraktijk Orionlaan Bilthoven) was al bekend met de landelijke Prisma-app, waarmee huisartsen en medisch specialisten via de messenger Siilo digitaal en cross-disciplinair samenwerken.
Hij vertelt: “Het zou mooi zijn als we dit lokaal ook konden doen, hadden we in onze regio-organisatie Unicum al vaker tegen elkaar gezegd. Toen de coronacrisis begon, zag ik een kans, maar kreeg ik te horen: in crisistijd gaan we geen nieuwe dingen opzetten. Dus ben ik gewoon met een paar collega’s bottom-up begonnen. Ik wist uit ervaring hoeveel tijd het kan kosten om bij een vraag de juiste persoon aan de lijn te krijgen in het ziekenhuis of bij de GGD. De GGD reageerde enthousiast op ons verzoek tot deelname en de ziekenhuizen in Utrecht en Nieuwegein ook. Inmiddels (begin mei, red.) gebruiken zo’n 350 huisartsen het platform en vijftig medisch specialisten.”
Lees hier verder. |
|
Congres toekomst eerste lijn |
|
De toekomst van de eerstelijnszorg wordt vanuit vele perspectieven belicht tijdens het congres van De Eerstelijns op 12 en 13 november in Hotel De Bilderberg in Oosterbeek. |
|
|
“De toekomst van de eerste lijn ligt in het sociaal domein.” Met dit ene zinnetje legt Albert Jan Kruiter haarscherp bloot welke enorme ontwikkeling de eerstelijnsgezondheidszorg doormaakt en in welke richting het de komende jaren gaat. Kruiter is een van de keynote sprekers tijdens het tweedaagse congres van De Eerstelijns.
Hier schrijft u zich in.
U lees er in de komende periode ook over de sprekers en experts die deelnemen. Een tipje van de sluier opgelicht: u kunt zich onder meer laten inspireren door Jet Bussemaker (voorzitter Raad voor Volksgezondheid en Samenleving) en Sven de Langen (Rotterdams wethouder zorg, volksgezondheid, ouderen en sport). Het Eerstelijns Congres is volledig corona-proof. Bovendien hebt u als deelnemer de zekerheid dat uw inschrijving geldig blijft als het congres door nieuwe coronamaatregelen onverhoopt moet worden uitgesteld.
Als deelnemer heeft u bij uitstek de gelegenheid kennis te nemen van de laatste ontwikkelingen op het gebied van strategie en innovatie; ontwikkelingen die de komende periode uw werkagenda bepalen. U kunt ook uitgebreid netwerken met elkaar, met medebestuurders van gemeenten en zorgverzekeraars en met politici. Ook kunt u van gedachten wisselen met de partners van De Eerstelijns.
Lees hier verder. |
|
Levensvragen: iedere professional alert |
|
“Levensvragen zijn onderdeel van het leven, ga niet te snel naar een ziektebeeld.” Dat zegt geestelijk verzorger Betty Morel. |
|
|
“Zingeving is een onderdeel van goede zorgverlening, aandacht voor levensvragen verbetert de kwaliteit van zorg”, aldus geestelijk verzorger Betty Morel. Hoe pak je dat aan? Hoe ga je als zorgverlener om met vragen naar de bedoeling van het leven? Hoe herken je ze en wanneer verwijs je naar een geestelijk verzorger?
Morel is dertig jaar geestelijk verzorger en verbonden aan het Centrum voor Levensvragen Zuidoost-Brabant. Zij hamert erop dat mensen met een levensvraag niet ziek zijn. Levensvragen zijn onderdeel van het leven, stelt ze. “Ga niet te snel naar een ziektebeeld. Denk niet te snel ‘O, die mevrouw is depressief, dus die verwijs ik naar de poh ggz’. Nee, die mevrouw worstelt even met het leven en dat is in haar situatie reëel. Veel meer huisartsen moeten zich dit realiseren, en dat geldt ook voor andere zorgverleners, zoals de praktijkondersteuner of de verpleegkundige.”
Voor wie vermoedt dat iemand het moeilijk heeft, is luisteren altijd de eerste stap, zegt Morel. Ze bedoelt daarmee aandachtig luisteren, zonder oordeel en zonder meteen een antwoord te geven. “Laat iemand even zijn of haar verhaal vertellen. Maak even ruimte. In de zorg willen we altijd direct wat dóen. En dat dóen moet je juist even achterwege laten. Luisteren is ook een vorm van ondersteunen.”
Lees hier verder. |
|
Covid-19 en digitalisering |
|
Covid-19 heeft het belang benadrukt van digitalisering in de gezondheidszorg. De coronacrisis betekent de doorbraak van zorg op afstand, stelt Alex Damaschek. |
|
|
Zorg op afstand verlicht de druk op de eerste lijn, stelt Alex Damaschek. Daarmee zegt hij niets nieuws, aldus de commercieel directeur van Vcare, want de techniek is er al geruime tijd. Maar zorgaanbieders zijn lang terughoudend geweest om er gebruik van te maken. Door de coronacrisis is dat razendsnel veranderd.
Een voorbeeld: een aantal maanden geleden sprak Damaschek met de zorgverzekeraars over de opties videobellen en diagnose op afstand. “Ze vonden beide heel interessant, maar op de vraag of het declarabel kan worden gemaakt, werd het stil”, zegt hij. “Zeker toen duidelijk werd dat de patiënt er geen arts mee consulteert, maar een algoritme.”
Nu mogen videobellen en diagnose op afstand ineens wel als digitaal consult worden gedeclareerd. “Maar het is jammer dat daarvoor een coronacrisis nodig was”, zegt Damaschek. “Het kan al lang en het kan de druk op de huisartsen wegnemen en patiënten helpen.” Hoe dan ook, de aandacht ervoor is er nu wel. “We zien een enorme toename in de vraag naar het implementeren van beeldbellen”, zegt hij.
Lees hier verder. |
|
Zorg op afstand niet voor iedereen |
|
Zorg op afstand: veel Nederlanders zijn hier niet geschikt voor. Dat zegt psychiater Jeroen Terpstra. |
|
|
Terpstra laat zijn waarschuwende woorden klinken nu fenomenen als beeldbellen onder invloed van de coronacrisis een hoge vlucht hebben genomen en misschien wel uitgroeien tot ‘het nieuwe normaal’.
Hij zegt: “Een groot gedeelte van de bevolking is niet of in mindere mate geschikt voor zorg op afstand, omdat zij niet kunnen zonder een element dat vaak alleen mogelijk is tijdens een fysieke ontmoeting. Ik heb het over non-verbale afstemming. Of beter gezegd: non-verbale geruststelling.”
Terpstra legt uit: “In de gezondheidszorg gaat het vaak om een veiligheidsgevoel; iemand wil worden gerustgesteld. Dat is vooral een non-verbale kwestie. Het zit hem in een arts die rustig praat, een bepaalde intonatie heeft en een bepaalde blik in de ogen. Hoe vaak hoor je een patiënt niet zeggen: Dat is toch zo’n fijne dokter? Vaak is die uitspraak niet medisch-inhoudelijk gemotiveerd, maar ingegeven door het gevoel dat is ontstaan tussen arts en patiënt. Menige zorgvrager kan dit gevoel alleen krijgen bij een fysieke ontmoeting en is niet in staat non-verbaal de afstand te overbruggen.”
Hoeveel zorg op afstand verdraagt iemand? Dat is de vraag die de professional moet proberen te beantwoorden bij iedere zorg- of hulpvrager, aldus Terpstra. “Mijn uitgangspunt zou zijn: kijk bij iedereen stapsgewijs hoever je kunt komen.”
Lees hier verder. |
|
|
|
|