Hoogwaterboerderij: Werken aan een blijvende rol voor landbouw onder natte omstandigheden Wat betekent hoogwater voor bodem, gewas en koeien? Net als arbeid, inkomen en duurzaamheidsdoelen voor klimaat en milieu, belangrijke voorwaarden voor agrarisch ondernemen. Op de Hoogwaterboerderij verkennen we de mogelijkheden; wat werkt wél en wat niet. Daarvoor zetten we niet alleen kennis, techniek en innovatie in, maar ook de samenwerkingskracht van onderzoek, praktijk, waterschappen en overheden. Samen voor agrarisch perspectief op veen. Met een verhoogd grondwaterpeil, 3 soorten koeien; Jerseys, Holsteins en Blaarkoppen gaan we de komende 3 jaar op ontdekkingsreis welke (on)mogelijkheden er zijn voor agrarisch ondernemen bij een hoge grondwaterstand. Dit wordt belegd in het programma ‘Boeren bij Hoog Water’ van VIC, waarvoor KTC Zegveld het onderzoek uitvoert. Een gecontroleerde en veilige omgeving met gedegen onderzoek wordt hiervoor ingericht op Oude Meije 14. Daarnaast wordt op de Hoogwaterboerderij ook voor andere onderzoeksprogramma’s metingen gedaan. Voor actuele informatie over de voortgang en inzichten plaatsen we regelmatig filmpjes en video’s van de werkzaamheden. Via de website van de Hoogwaterboerderij en nieuwsbrieven met vlogs houden we u de komende periode op de hoogte van onze activiteiten. Van ‘tonnetje’ naar waterput Afgelopen jaren is op KTC Zegveld en op steeds meer andere locaties in Nederland ervaring opgedaan met de aanleg en de werking van waterinfiltratiesystemen. Veelal op ‘perceel niveau’ op één of enkele percelen. Met behulp van een waterinfiltratiesysteem (peil gestuurde onderwaterdrainage) kunnen we in droge periodes het veen voldoende nat houden. Maar hoe pak je het aan als je de grondwaterstand op al je percelen wilt sturen? Om de vertaling te maken van perceelniveau naar bedrijfsniveau, heeft KTC Zegveld op ruim 50 hectare een waterinfiltratiesysteem aangelegd (zie hier). De aanleg op deze schaal roept vragen op die nodig zijn bij de doorontwikkeling. Krijgt elk perceel een eigen ‘tonnetje’ voor de aansturing of maken we één centrale waterput waar alle percelen op aan gesloten worden? Hoe moet zo’n waterput er dan uitzien in de praktijk? Dit voorjaar is op KTC Zegveld een betonnen waterput van 30 m2 gemaakt. Vanuit deze waterput wordt circa 25 hectare voorzien van water om de grondwaterstand hoger te kunnen houden. De waterput is voorzien van meerdere compartimenten om verschil in grondwaterstanden tussen percelen mogelijk te maken. De waterput staat op 600 meter vanaf de boerderij waar geen elektriciteit aanwezig is. De aanleg van een kabel over deze afstand brengt hoge kosten met zich mee. Om deze reden is ervoor gekozen om een waterwindmolen in te zetten om de waterput te voorzien van water. Inzichten optimale maaidatum: Wijzer op Veen 'Wat voor rantsoen wil ik komende winter voeren en wat betekent dat voor het moment dat de eerste snede gras gemaaid moet worden?' Met die vraag zijn dit voorjaar 40 melkveehouders aan de slag gegaan. De data die wordt verzameld bij KTC Zegveld zijn niet altijd één op één te vertalen naar andere melkveebedrijven in het veenweidengebied. Om deze reden hebben we dit voorjaar in samenwerking met PPP-Agro Advies bij 40 melkveehouders het verloop van het ruw eiwit in het te maaien gras gemonitord om zo beter te kunnen sturen op het gestreefde ruw eiwitgehalte.
In bovenstaande figuur is het verloop van het ruw eiwitgehalte bij de 40 deelnemers weergegeven. Gemiddeld streefde de deelnemers naar een ruw eiwitgehalte van 16,5 %. Het ruw eiwitgehalte daalde begin mei niet of nauwelijks en steeg bij sommige deelnemers juist. De regenval eind april heeft hier mogelijk aan bij gedragen. Dat geduldig wachten tot het gestreefde ruw eiwitgehalte lastig is blijkt uit de vele deelnemers die rond 6 mei al gemaaid hebben. De komende twee jaar zal binnen het programma ‘Wijzer op veen’ van KTC Zegveld in samenwerking met PPP-Agro Advies bij diverse onderwerpen de brug worden gemaakt tussen de data van KTC Zegveld en de bedrijfseigen data van de deelnemers om de opgedane kennis in onderzoeken te vertalen naar handelingsperspectief op het eigen bedrijf. Supersized grondmonsters voor bodemdalingsmodellen bij KTC Zegveld Om voorspellingen te doen over de mate van bodemdaling door het samendrukken van veen zijn supersized grondmonsters gestoken op KTC Zegveld. Met deze monsters met een diameter van 40 cm kunnen de geotechnische eigenschappen van het veen worden bepaald, zoals de samendrukbaarheid, dichtheid en het organische stof- en koolstofgehalte. De testlocatie bij KTC Zegveld is één van de vijf meetlocaties van het nationaal monitoringsnetwerk om bodemdaling structureel en frequent te meten. Het maakt onderdeel uit van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV). De geotechnische eigenschappen van veen worden gebruikt als input voor bodemdalingsmodellen. De hoge samendrukbaarheid van veen is een belangrijke oorzaak van bodemdaling in gebieden met een venige ondergrond en daarom belangrijk om goed mee te nemen in bodemdalingsvoorspellingen. “Met deze modellen kunnen we voorspellingen maken over hoeveel en hoe snel de veengrond nog kan dalen als gevolg van veensamendrukking, onder verschillende scenario’s van belasting en grondwaterstand”, aldus Sanneke van Asselen, bodemdalingsexpert bij Deltares. Op basis van deze informatie kunnen maatregelen tegen bodemdaling effectiever worden ingezet. |