KTC Kengetallen mei 2019 Weidegras Grasgroei: Droge stof (%): Ruw eiwit: VEM: Suiker: Bodemtemperatuur: Melkkoeien Aantal: Melkproductie: Vetpercentage: Eiwitpercentage: Ureum: Lactatiedagen: | 23,7 kg ds / ha / dag 17,8 192 974 163 12,2 °C 142 (68 Holstein Friesian/ 42 Jersey/ 32 Blaarkop) 21,7 kg melk / koe / dag 4,59 % 3,90 % 24 149 |
|
Van onderzoek naar praktijk: lisdoddeteelt De ontwikkeling van een lisdoddeketen heeft nog een lange weg te gaan maar de belangstelling neemt toe. Welke kansen biedt lisdoddeteelt ons en heeft het perspectief in de kwetsbaarste gebieden van de veenweiden? Op kleine schaal is de laatste jaren, onder andere bij KTC Zegveld, onderzoek gedaan naar de teelt van lisdodde. Opbrengsten van 5 tot ruim 20 ton droge stof per hectare zijn hierbij gemeten. Maar zijn opbrengsten uit onderzoeksveldjes direct te vertalen naar de praktijk? Naast kleine onderzoeksveldjes van een paar vierkante meter hebben we op KTC Zegveld in 2016 een perceel van 0,4 hectare aangeplant met grote lisdodde. De omvang van een dergelijk veld laat het niet meer toe om handmatig te beheren (bijv. het maaien) en vraagt om een vertaling naar een praktijksituatie. Op deze manier worden onderzoeksdata direct getoetst in de praktijk.
In 2018 is het grote veld twee keer oogst. De eerste keer voor de bloei (eind mei) en de tweede keer in september. Net voor de oogstmomenten is op drie verschillende plekken in het veld een plotje van 0,78 m2 geknipt, gewogen en is het drogestof percentage bepaald. Hieruit blijkt dat er in 2018 in totaal 11 ton ds/ha geoogst zou kunnen worden. Dit komt overeen met metingen in onderzoeksplotjes bij dezelfde hoeveelheid nutriëntentoevoeging (10 ton ds/ha). De hoeveelheid werkelijk geoogste lisdodde, gewogen bij aankomst op het erf, ligt met 6,8 ton ds/ha bijna 40% lager.
Veel factoren hebben effect op de vermindering van de opbrengst van het daadwerkelijk geoogste gewas. Hoe veel gaat er verloren bij het maaien? Hoeveel gaat er verloren bij het verzamelen na het maaien? Staat het gewas er in het hele veld overal hetzelfde bij? Wat is het effect van het rijden met oogstmachines door het gewas (zie rijsporen op de bovenstaande foto)? En hoe houd het gewas zich na een aantal jaren zonder bemesting? Allemaal vragen die opkomen bij het opschalen van onderzoek naar grotere eenheden en die de komende jaren verder onderzocht gaan worden. Belangstelling voor de blaarkop Voor de blaarkoppen is aan aandacht geen gebrek geweest. In verschillende media stonden ze volop in de belangstelling. Zo schreef de Volkskrant een artikel over de blaarkop in de veenweiden (klik hier) en besteedde Vroege Vogels aandacht aan de blaarkop in hun radio-uitzending (klik hier). Onze blaarkoppen, die inmiddels al weer een half jaar geleden zijn gearriveerd, beginnen steeds meer te wennen aan ons en wij aan hun. Sturen op grondwater: meer onderzoeksruimte Behoud van de veenweiden, het remmen van bodemdaling en het reduceren van de daarbij vrijkomende broeikasgassen vragen om antwoorden. Eén ervan kan het verhoging van de grondwaterstand zijn. Afgelopen jaren hebben we ervaren dat de het mogelijk is om de grondwaterstand te kunnen verhogen en op peil te houden (waarbij gestreefd is naar 40 cm onder maaiveld). Het sturen van de grondwaterstand biedt tal van andere mogelijkheden naast het remmen van bodemdaling. Wat voor mogelijkheden biedt het sturen van de grondwaterstand op bijvoorbeeld de teelt van kruiden? Of op het kweken en beschikbaar maken van voedsel voor weidevogels? Daarnaast willen we opzoek naar de extremen. Hoe ver kunnen we gaan met vernatten?
Om meer ruimte te creëren voor onderzoek is dit voorjaar op extra percelen een waterinfiltratiesysteem, ook wel peilgestuurde onderwaterdrainage, aangelegd (zie onderstaande foto). Met behulp van een zonnepomp kunnen we water infiltreren en de grondwaterstand verhogen. Uiteraard zijn we ook benieuwd hoe dit in te passen is in het bedrijfssysteem van KTC Zegveld.
 Gras van uitgestelde maaidatum: inkuilen of hooien? Velen hebben het mooie weer al benut voor het maaien van de eerste snede gras. Hier en daar staan nog percelen met gras met een uitgestelde maaidatum. Hoe kunnen we bij de oogst van deze percelen sturen op kwaliteit en opname? Samen met het Louis Bolk Instituut hebben we dat vorig jaar onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat in het algemeen de opname van nattere kuilen hoger was dan van drogere. Qua voederwaarde was er geen duidelijke meerwaarde van hooi ten opzichte van droger ingekuild gras van uitgestelde maaidatum. Bij uitgestelde maaidatum gras leek er een VEM- en DVE- optimum van te zijn rond 50 à 70 procent droge stof.
Benieuwd naar meer resultaten uit het onderzoek? Lees hier meer.
Miscanthus op veen: kansrijk als natte teelt of niet? Miscanthus, ook wel bekend als olifantengras, is een gewas dat bekend staat voor de productie van biomassa en het behalen van hoge opbrengsten per hectare. Maar hoe gedijt miscanthus op veen? En hoe reageert miscanthus op vernatten en meerjarig gebruik ? Om die vragen te kunnen beantwoorden is in 2012 op twee percelen miscanthus aangeplant. Eén perceel met een slootpeil van 30 cm onder maaiveld en één perceel met een slootpeil van 60 cm onder maaiveld. Waar staan we nu, 7 jaar later?
Het is bekend dat miscanthus een aantal jaar nodig heeft om op productie te komen. Een stijgende lijn in opbrengsten is gedurende de jaren na aanplant daarom te verwachten. Onderstaande figuur toont inderdaad een stijgende lijnn in opbrengst gedurende de eerste jaren, maar de vaak gehoorde 20 ton droge stof per hectare lijkt nog ver weg met de tot nu toe hoogste opbrengst van bijna 9 ton droge stof in 2017.
 Vanwege het achterblijven van de opbrengst bij een hoger slootpeil (één ton ds minder in 2016) is besloten dit perceel weer terug te vormen naar grasland. Proefvelden op kleinere schaal met nog nattere omstandigheden laten nog lagere opbrengsten zien. Bij een grondwaterpeil van -20 tot +5 cm haalt miscanthus twee jaar na aanplant een opbrengst van 0,7 tot 2,1 ton droge stof per hectare. Bij een waterpeil van 20 centimeter boven maaiveld is dit nog lager: 40 tot 100 kg droge stof per hectare. Waarbij een groot deel van de planten het niet heeft gehaald. Miscanthus lijkt op basis van deze resultaten weinig perspectief te hebben als natte teelt in de veenweiden. Opvallend bij de opbrengsten van het bestaande praktijkveld is de terugval in opbrengst in 2018. Is dit veroorzaakt door de droge zomer van 2018 ondanks de voorkeur voor drogere omstandigheden? Of is het een andere oorzaak geweest? We blijven het veld en de opbrengst in 2019 volgen. |