Zo vlak voor het weekend verblijden we u weer met onze top-artikelen. Fijn weekeinde!
| Josh Cartu is bekend van zijn Instagram-account, zijn autocollectie, zijn vriendschap met dj Afrojack en nu dus ook de betrokkenheid bij een grootschalige internationale fraudezaak. Mooi leven heeft deze man. |
| |
| Toen hij in 2018 €2,75 miljoen lapte voor deze villa, schreven we al dat Jaap van Zweden een handig handje heeft voor vastgoed. Zo blijkt, want nu hoopt hij er €6,5 miljoen voor te krijgen. |
| |
| In een interview met beleggerswebsite Marketwatch neemt de hedgefundbaas geen blad voor de mond. Als de ‘taart niet goed wordt verdeeld, vliegen we elkaar naar de keel’. |
|
|
|
| Corona hakte er ongenadig hard in bij het beursgenoteerde Unibail-Rodamco-Westfield. Geld ophalen en winkelcentra verkopen is alles wat het nog kan doen. |
|
|
|
| De rechtbank van Amsterdam vermoedt dat het bij het incassobureau van Maurits Hennen, Juristu, gebruikelijk is om klanten te bedotten. Hennen zelf reageert verbolgen. ‘Dat is echt niet zo.’ |
|
|
|
| Heel eerlijk: bent u altijd eerlijk? Of stelt u de zaken soms net iets mooier voor dan ze zijn? Geeft niets, komt in de beste families voor. Bovendien, zo schrijft Sander Schimmelpenninck terecht, bluffers geven kleur. Wat u ook in dit nummer kunt lezen is hoe snel Quote 500-leden zich bij het coronaloket meldden om staatssteun te vragen voor hun bedrijven. En waarom Paul Eggink, nota bene vorig jaar winnaar van de titel Emerging Entrepreneur of the Year, door de commissarissen uit de directiekamer van zijn eigen startup Temper werd verdreven. We spraken daarnaast met Brian Chesky, medeoprichter van Airbnb, en ontdekten dat je voor exclusieve modemerken in Sittard moet zijn. Maar eerlijk gezegd is alleen al het interview met Edmond Fokker, de minst geheime agent van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de moeite waard om de nieuwe Quote te kopen. Want nooit zagen wij zo veel anekdotes verzameld als in deze nazaat van vliegtuigmaker Anthony Fokker. Bijvoorbeeld hoe hij om 6 uur ’s ochtends uit een zeer exclusieve club in Sankt-Moritz rolt en aankomt bij de steile natuurijsbaan waar waaghalzen rodelend op hun buik – head first – naar beneden glijden. ‘Ik zag een paar kerels gaan, laf en langzaam, en dacht: ik laat even zien hoe het moet. Ik ging vol naar beneden, zonder te remmen in de eerste drie bochten, waardoor ik hoog uit de vierde bocht vloog. Ik was bont en blauw; drie ribben gekneusd. Vanuit een toren werd gortdroog commentaar geleverd door twee Engelsen. Dus toen ik opstond en wapperde, als teken van leven, hoorde ik: “Apparently he is unharmed.” Even stil. “Then again; Fokkers have to fly.”’ |
|
|
|
|