WARNS (NL) â Friesland kende aan het eind van de Middeleeuwen geen centraal gezag zoals in omringende regioâs en landen. Hoofdelingen, zeg maar stamhoofden, hadden sinds de 12de eeuw in de hele provincie hun eigen kasteeltjes met een sterke, moeilijk toegankelijke verdedigingstoren, zogenaamde stinzen (stins betekent stenen huis), en een legertje ter verdediging van hun boerenland. Sommige stinzen stonden op een terp, een door de bewoners zelf opgeworpen heuvel, en waren omringd door een gracht. Deze werden stinswieren genoemd. |