Vastberaden stapte Willemina op haar fiets. Ze had een missie en die zou ze volbrengen. Ze had ze voor hetere vuren gestaan. Als een stille aanmoediging streelde een verkoelend briesje haar warme wangen. De contouren van de hoge sparren van het Kluivingsbos tekenden zich scherp af tegen de strakblauwe lucht. Hoog boven het bos cirkelde een roofvogel op de thermiek van de wind. In een gestaag tempo fietste Willemina uit het gouden zonlicht de sinistere schaduwen van het bos in. De bomen stonden er dicht op elkaar, waardoor het schemerig werd op de doorgaande weg. De temperatuur daalde en een onaangename huivering gleed over haar huid. Het was stil. Er was niemand, geen automobiel, geen paard en wagen, geen andere fietsers of mannen met een handkar. Niemand zou haar opmerken als ze hier stopte en het bospad op liep. Het was waarop ze had gehoopt, maar ineens werd ze onaangenaam overvallen door de unheimische sfeer die in het bos hing. Tussen de hoge dennen en sparren ontdekte ze het genoemde smalle pad, ze remde en stapte af. Nogmaals keek ze achterom om zich ervan te verzekeren dat werkelijk niemand haar zag, voordat ze vlug met haar fiets aan de hand het paadje opging. Takken van lage struiken hechtten zich aan haar rokken, alsof ze haar ervan wilden weerhouden verder te lopen. Verderop, waar de afgesproken plek moest zijn, oogde het lichter en haastig liep ze ernaartoe. Ze wilde dit afgerond hebben, hoe dan ook, en het liefst zo snel mogelijk. Opnieuw bonkte haar hart onrustig in haar borstkas. Geritsel in struiken rondom maakte haar nog zenuwachtiger. Ze was een dwaas dat ze hierin had toegestemd. Vanwege haar nervositeit zou ze een achterstand hebben, en dat was vast en zeker de opzet hiervan. Onder de schaduwen van bomen verderop herkende ze een menselijk silhouet. Ze strekte haar nek en tuurde met toegeknepen ogen naar de figuur. Haar mond werd droog en met moeite haalde ze adem. Zodra ze op de open plek in het licht trad, deed ook de gedaante een paar stappen naar voren. Willemina stond als aan de grond genageld toen ze dat bleke gezicht zag, vertrokken van woede zag het er angstaanjagend uit. Het stuur van Willemina’s fiets gleed uit haar bevende handen. Van schrik viel haar mond open. Ze had een fout gemaakt hier te komen. Fragment uit De moord op Willemina Jansen Bestel nu online of bij de boekhandel en lees snel verder |