Track & trace. Je wéét het, maar is makkelijker om er geen aandacht aan te besteden. Hoe die handige smartphone die je overal mee naartoe neemt precies kan registreren waar je uithangt. En dat die gegevens op een dag in onverwachte handen kunnen komen. Vandaag in NRC een verhaal dat deze ongemakkelijke wetenschap weer even onderstreept. In de hoofdrol: het Centraal Bureau voor de Statistiek, ’s lands verzamelaar van cijfertjes, en T-Mobile, de tweede telecomprovider in Nederland. Het CBS heeft van T-Mobile jarenlang toegang gekregen tot de verkeersgegevens van diens klanten, ondekte collega Wilmer Heck. Verkeersgegevens zijn bijzonder privacygevoelige data, ze kunnen precies vertellen wie wanneer waar was en met wie iemand contact had. Wat is hier gebeurd? - Vanaf 2018 werkten CBS-medewerkers op het hoofdkantoor van T-Mobile in Den Haag, waar ze locatiedata van mobiele bellers analyseerden. Het CBS wilde een algoritme ontwikkelen dat het mobiliteits- en verblijfsgedrag van Nederlanders zou kunnen meten. Vorig jaar is de samenwerking gestopt.
- Het CBS zou alléén geanonimiseerde gegevens van T-Mobile krijgen, was het verhaal. Maar uit documenten die NRC tevoorschijn wobte blijkt dat CBS-medewerkers ook toegang hadden tot niet-geanonimiseerde locatiedata.
- Nu gaan het Agentschap Telecom en de Autoriteit Persoonsgegevens onderzoeken of de wet overtreden is. „Beide toezichthouders nemen de zaak bijzonder serieus”, laten ze in een toelichting weten. Telecomdata noemen ze „hypergevoelig”.
En het CBS en T-Mobile zelf? Ze erkennen dat medewerkers bij T-Mobile onderzoek hebben gedaan op „gepseudonimiseerde persoonsgegevens”. (Voor de liefhebber: lees wat dit zijn in dit boeiende achtergrondverhaal bij het nieuws.) Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens, privacyexperts én het CBS gelden die óók als persoonsgegevens. Alleen T-Mobile vindt van niet. Liedje voor de lunch: I Will Follow – U2 |