Zomer/vakantietijd zorgt bij veel mensen voor het alom geprezen ‘lekker ’s helemaal niks moeten’.
De tijd die vrijkomt voor jezelf is echter lang niet alleen maar fijn. Het roept nogal eens lastige kwesties op die meestal gaan over relaties. Bestaande relaties, voorbijgaande relaties en gemiste relaties.
Daarover meer in dit artikel.
Vriendelijke groet,
Hilda Lemaire
Artikel: De lastige pas op de plaats. |
Relaties kan je breed opvatten. De werkrelatie, ouder-kind relatie, familiebanden, om maar wat te noemen.
En natuurlijk de liefdesrelatie. Bijvoorbeeld het juist niet (meer) hebben van een partner. Gestruikeld in het leven met het aangaan van een fijne partnerrelatie en ‘Vakantiebestemmingen lijken dan gevuld met fijne stellen, die het samen goed hebben’. Aldus Annemieke* die een beetje chagrijnig me dit vertelt.
Ze gelooft er niet meer in voor haarzelf. ‘Ik weet gewoon niet hoe ik me in zo’n reisgezelschap moet gedragen, en dan val ik stil of ik probeer heel erg attent te zijn, maar ik krijg er schoon genoeg van. Laat mij maar alleen. Tuh!’ en zet haar woorden kracht bij door haar armen demonstratief over elkaar te doen en nog eens rechtop te gaan zitten.
*Situaties komen overeen met mijn praktijk, maar namen en concrete ervaringen vanzelfsprekend nooit.
Het is gezegd, klinkt als een besluit en dat is het niet. Het is zoeken naar eigenlijk de relatie met haarzelf. Wat wil ik nou eigenlijk en hoe pak ik dat aan?
Annemiek is er wanhopig onder, maar het is moeilijk om die wanhoop te ervaren en daarom verhardt ze. Vooral naar haarzelf, niet stilstaan bij wat pijn doet, geen zielenpiet willen zijn.
Als ik haar zeg, dat het onderzoeken van levenspijn geen zielig-doenerij is maar een moedige stap om je leven betekenisvoller te maken, zie ik twee hevig knipperende ogen. Iemand die strijdt tegen haar tranen en dat mag.
Ik vraag haar hoe ze zo geleerd heeft om tranen weg te knipperen. Het blijft lang stil. Annemiek wikt en weegt in haarzelf, zo vertelt ze later, wat ze me wel en niet gaat vertellen. Dat zijn grote worstelingen, waar tijd voor genomen moet worden. Dat kan hier.
‘Laat ik zo zeggen’ begint Annemieke, ‘bij ons thuis piepte je niet. En trouwens, ik vind ook dat mensen soms zo van het minste al een toestand maken. Laatst …’
Ik onderbreek haar: ‘Ik beloof je dat ik mee help dat jij hier niet van het minste een toestand maak, maar vertel eens over dat piepen’.
Langzaam maar zeker komt Annemiek met haar geschiedenis met een vader die alcoholist was en een afwezige moeder. Als middelste dochter tussen twee broers al jong geleerd de boel niet in honderd te laten lopen. Nooit vriendinnetjes gehad, durfde niemand thuis te vragen, en geen tijd om te spelen.
Ze vertelt het aanvankelijk als iets dood normaals, het was destijds ook normaal voor haar. Geen contact was de rode draad in haar jonge leven. En nu durft ze ook niet echt toenadering te zoeken. Niet in de liefde, niet op werk, niet op reis en hier bij mij is het ook geploeter. Maar we komen er samen door.