Ingesleten patronen. Hebben de coronalockdowns invloed op de rolverdeling tussen vrouwen en mannen? Onderzoekers aan drie Nederlandse universiteiten onderzochten de afgelopen maanden wat er sinds de coronacrisis voor moeders en vaders is veranderd. Wie gaf de kinderen thuis les en wie deed de afwas, maar ook: wie ging er meer werken en was er überhaupt nog sprake van vrije tijd? Een paar opvallende conclusies: De verdeling van de zorg voor de kinderen lijkt wat te verschuiven: 31 procent van de vaders gaf in juni aan meer te doen dan vóór de coronacrisis, bij moeders was dat 21 procent. Van de ouders die zeggen meer tijd kwijt te zijn aan zorgen, besteden moeders nu gemiddeld 14,3 uur per week meer aan hun kinderen, vaders 10,5 uur. Ruim de helft van de moeders en een derde van de vaders gaf aan sinds de coronacrisis minder vrije tijd te hebben. (Met het oog op welzijn en potentiële burn-outs overigens best iets om je zorgen over te maken, bijvoorbeeld als werkgever.) Maar of dat blijvend verandering teweegbrengt? Nederland is nog altijd een soort „semi-traditionele samenleving”, ziet Wil Portegijs van het Sociaal en Cultureel Planbureau. „De man helpt de vrouw thuis, voor zover zijn werk dat toelaat. En de vrouw helpt de man bij de kostwinning, voor zover de taken thuis dat toelaten.” Mannen en vrouwen geven al sinds de jaren tachtig aan dat ze de taken thuis gelijk willen verdelen. Toch gebeurt dat in de praktijk weinig. Bijna driekwart van de vrouwen in Nederland werkt in deeltijd (ook zij die geen moeder zijn, overigens). Vaders van nu werken gemiddeld nog altijd even veel uren als de generatie vaders voor hen, de populaire papadag ten spijt. Daar lijkt ruimte te zijn voor ouders om wat meer naar elkaar toe te bewegen. Liedje voor de lunch: Real Love Baby - Father John Misty |