Voor deel 1, klik hier.
Wat we kunnen opmaken als we kijken naar de lange termijn relatie tussen de geldhoeveelheid en de aandelenmarkten is het volgende:
Sinds Black Monday in 1987 tot en met de dot-com boom fungeerde M2 / Dow primair als een beurshausse zonder noemenswaardige crashes. Samen met wat toenmalig Fed-voorzitter Alan Greenspan irrationele exuberantie noemde, spatte de dot-com luchtbel, aan mekaar geregen met de tot op vandaag hoogste waardering ooit voor aandelen in afgeleid geld, uit mekaar in 2000.
Deze crash in risicoproducten vond pas zijn bodem aan het einde van de financiële crisis in 2008, wanneer de markten nog maar ? van hun oorspronkelijke waardering, in afgeleid geld, behielden.
Sindsdien en zelfs nu in 2024 slingert de aandelenmarktwaardering M2 / Dow enkel tussen de top van 2007 en de bodem van 2008 en hebben we een ‘inside candle’, wat duidt op betaamde beleggers. Op deze manier gedraagt de aandelenmarktwaardering M2 / Dow zich de laatste 16 jaar al meer als een wisselkoers dan als een aandelenkorf pur sang.
Deze huidige wisselkoers tussen afgeleid geld en koopdruk heeft een symmetrische structuur bevat tussen 275 miljoen en 1,3 miljard Dow mandjes in de continue USD geldhoeveelheid. Omdat de geldhoeveelheid echter niet failliet kan gaan, is er evenwel een fysiek plafond bij de eerstvolgende symmetrische proportie (.236) op 516,452 miljoen Dow-mandjes.
Dit plafond heeft blijkelijks het startschot gegeven voor de crashes van 2007 en 2018. In 2020 greep de overheid eerder in bij 520 miljoen Dow-mandjes in de USD geldhoeveelheid met wereldwijde gesloten economieën uit angst voor COVID, wat de schijnlijk aankomende aandelencrash toen met enkele dagen versnelde. |