Beste Bert, Vorige week vroegen we jou en andere nieuwsbrieflezers wat je kunt doen om minder hypo’s te krijgen. Daar is massaal op gereageerd, waarvoor onze dank. We hebben de meest genoemde tips op een rij gezet. Als je twijfelt of de tips bij jouw situatie passen, overleg dan met je diabetesverpleegkundige.
Tip 1: Neem op tijd iets te eten
Veel mensen geven aan dat het op tijd eten van koolhydraten (zoals banaan, sap of snelle suikers) belangrijk is om een hypo te voorkomen. Ook eten vóór een inspanning werd vaak genoemd.
Tip 2: Pas je insuline aan op je situatie
Daarbij kregen we de volgende suggesties: Tijdelijk de basale insuline-afgifte van je insulinepomp verlagen of je pomp pauzeren. Minder langwerkende insuline gebruiken. Flexibel doseren afhankelijk van dagindeling of beweging.
Tip 3: Stel je alarm hoger in
We kregen vaak als tip dat het kan helpen om het hypo-alarm van je sensor iets hoger in te stellen (4,5 in plaats van 3,5 mmol/l). Zo krijg je eerder een waarschuwing en kun je sneller ingrijpen.
Tip 4: Gebruik een insulinepomp
Veel mensen met insulinepompen zeggen dat deze systemen helpen om hypo’s te voorkomen of snel te corrigeren, omdat het makkelijk is om je insuline direct aan te passen.
Tip 5: Kijk of je in aanmerking komt voor een sensor (CGM)
Mensen die een continue glucosemonitoring gebruiken zijn er tevreden mee. De sensor geeft direct inzicht in je bloedsuikerwaardes en waarschuwt als je waardes dalen. Er zijn ook insulinepompen die kunnen samenwerken met een CGM, waardoor de kans op hypo’s nog minder wordt. Dit heet Hybrid Closed Loop. Wil je weten of je in aanmerking komt voor een CGM? Overleg dit dan met je diabetesverpleegkundige.