De hoge staatsschuld van landen als Griekenland (176% van het bbp) en Italië (133%) wordt vaak aangehaald als het bewijs dat die landen fiscaal onbetrouwbaar zijn. Toch verbergen die cijfers een ander fenomeen. Wanneer naast de staatsschuld ook de schulden van de gezinnen mee in de berekening worden opgenomen, ontstaat een gans ander beeld. Uit een grafiek van de Franse zakenkrant Les Echos blijkt dat die schuldgraad veel hoger ligt in zogenaamde spaarzame landen als Denemarken, Nederland en Finland, die samen met Oostenrijk deel uitmaken van de zogenaamde 'vrekkige vier'. Er moet dus wel degelijk een onderscheid worden gemaakt tussen de openbare schulden en de schulden die de gezinnen torsen. Maar uiteindelijk is het de som van beide schulden die weergeeft hoeveel een land meer uitgeeft dan het produceert. Worden zowel de schulden van de overheid als die van de gezinnen samengeteld, dan torsen de ‘vrekkige vier’ een schuld van gemiddeld 260 procent van het bbp, terwijl de zuiderse landen een schuld van gemiddeld 220 procent van het bbp hebben. De spaarzaamste landen zijn dus niet degene die er graag voor doorgaan.
Meer hier |